andere structuren
Hoofdstuk 12
Documenten afdrukken, uitwisselen en exporteren naar andere structuren
283
3
Kies een standaardpapierformaat uit het venstermenu 'Papierformaat'.
Als u een aangepast papierformaat wilt instellen, kiest u 'Aangepaste formaten' uit het
venstermenu. Ga anders door naar stap 7.
Hier kiest u de printer waarvan u
de standaardpaginamarges wilt
instellen.
Hiermee maakt u een
nieuw aangepast
papierformaat aan.
Hiermee dupliceert u een geselecteerd papierformaat.
Hiermee verwijdert
u een geselecteerd
papierformaat.
4
Klik op de knop met het plusteken (+) en geef de gewenste waarden op in de velden
'Paginaformaat'.
U kunt uit het venstermenu de standaardmarges voor uw printer kiezen of uw eigen
waarden opgeven in de velden 'Links', 'Rechts', 'Boven' en 'Onder'.
Als u de naam van het aangepaste formaat wilt wijzigen, klikt u dubbel op de naam in
de lijst en typt u een nieuwe naam.
5
Klik op 'OK'.
6
Kies uit het venstermenu 'Papierformaat' het nieuwe papierformaat waarvoor u een
naam hebt opgegeven en klik vervolgens op 'OK'.
7
Selecteer een optie voor de afdrukrichting met een van de knoppen onder in het
venster voor de pagina-instelling.
8
Om een afbeelding te vergroten of te verkleinen zodat deze groter of kleiner op het
papier wordt weergegeven, typt u een percentage in het veld 'Vergroot/verklein' en
klikt u vervolgens op 'OK'.
Als u een waarde onder 100% opgeeft, wordt de afbeelding kleiner; als u een waarde
boven 100% opgeeft, wordt de afbeelding groter.