Pages - Een document instellen voor gebruik als een aangepaste sjabloon

background image

“Een document instellen voor gebruik als een
aangepaste sjabloon” op pagina 297

Standaardkenmerken instellen voor tekstvakken,
vormen, tabellen, diagrammen en afbeeldingen

“Standaardkenmerken definiëren in een
aangepaste sjabloon” op pagina 298

Plaatsaanduidingen voor tekst en media
toevoegen

“Plaatsaanduidingen aanmaken in aangepaste
sjablonen” op pagina 302

Sjabloonsecties aanmaken waaraan andere
gebruikers inhoud kunnen toevoegen

“Secties toevoegen aan een aangepaste
sjabloon” op pagina 303

Uw sjabloon openen via de sjabloonkiezer

“Een aangepaste sjabloon bewaren” op
pagina 304

Een document instellen voor gebruik als een aangepaste

sjabloon

De eerste stap bij het instellen van een document als een sjabloon is het bepalen van
de totale grootte en de vorm van het document.

Manieren om algemene kenmerken voor documenten in te stellen:
Stel het papierformaat en de afdrukrichting in.

m

Bepaal het papierformaat en de afdrukrichting die zullen worden gebruikt als het
document klaar is. Als u bijvoorbeeld een sjabloon maakt voor enveloppen, controleert
u eerst of u het juiste envelopformaat hebt gekozen (of een eigen formaat hebt
gedefinieerd) voordat u verdergaat met het ontwerpen van uw document. Zie “Het
papierformaat en de afdrukrichting instellen” op pagina 282 voor meer informatie over
het instellen van het papierformaat en de afdrukrichting.
Hiermee stelt u de paginamarges in.

m

Stel het gebied in voor de hoofdtekst en de gebieden voor de hoofd- en voettekst.
Als u het document wilt inbinden, kunt u verschillende marges instellen voor linker-
en rechterpagina's. U stelt de documentmarges in het infovenster 'Document' in. Zie
“Documentmarges instellen” op pagina 49 voor meer informatie.
Stel de opmaak van kopteksten en voetteksten in.

m

Bepaal welke tekst en afbeeldingen u boven of onder in elke pagina van het
document wilt laten verschijnen. Zie “Werken met kopteksten en voetteksten” op
pagina 58 voor instructies.
Plaats basisobjecten.

m

Voeg eventueel watermerken, logo's of andere achtergrondafbeeldingen toe, die
op elke pagina van het document op dezelfde plaats verschijnen. Zie “Werken met
basisobjecten (terugkerende achtergrondafbeeldingen)” op pagina 68 voor meer
informatie.

background image

Voeg hulplijnen toe.

m

Maak hulplijnen aan waarmee u zwevende objecten op verschillende pagina's op
dezelfde positie kunt plaatsen. Zie “Nieuwe hulplijnen aanmaken” op pagina 180 voor
instructies.