Pages - Standaardkenmerken voor diagrammen instellen

background image

Standaardkenmerken voor diagrammen instellen

U kunt voor diagrammen instellen welk diagram wordt gebruikt wanneer u 'Voeg
in' > 'Diagram' kiest en de standaardlay-out voor elk diagramtype opgeven. De
standaardkenmerken voor elk diagramtype moeten afzonderlijk worden ingesteld.

300

Hoofdstuk 13

Uw eigen documentsjablonen ontwerpen

background image

Hoofdstuk 13

Uw eigen documentsjablonen ontwerpen

301

De stijl en locatie voor diagrammen instellen

1

Plaats een diagram op de pagina.

Zie “Een nieuw diagram toevoegen en gegevens invoeren” op pagina 249 voor
instructies.

2

Selecteer het diagram en stel vervolgens de gewenste kenmerken in.

Zie “Informatie over diagrammen” op pagina 245 voor informatie over het opgeven
van een diagramtype.
Zie “Diagrammen opmaken” op pagina 253 voor informatie over het wijzigen van de
grootte van een diagram, het roteren van een diagram en het instellen van andere
kenmerken die diagrammen met elkaar gemeen hebben.

3

Stel de tekstomloop rond het diagram in.

Zie “Tekst om een regelgebonden of zwevend object laten lopen” op pagina 127 voor
instructies.

4

Herhaal stap 1 tot en met 3 voor elk diagramtype.

5

Selecteer één diagram tegelijk en kies vervolgens 'Opmaak' > 'Geavanceerd' >

'Definieer standaardstijl voor diagramtype'.

6

Selecteer het diagramtype dat als eerste moet worden weergegeven wanneer u 'Voeg

in' > 'Diagram' kiest en kies vervolgens 'Opmaak' > 'Geavanceerd' > 'Maak diagramtype
het standaarddiagramtype'.

7

Verwijder de diagrammen van de pagina.