Standaardkenmerken voor geïmporteerde afbeeldingen instellen
Voor geïmporteerde afbeeldingen kunt u standaardwaarden voor de schaduw, de
mate van ondoorzichtigheid en de lijnkleur instellen.
De standaardkenmerken voor afbeeldingen instellen
1
Plaats een afbeelding op de pagina.
Zie “Werken met afbeeldingen” op pagina 153.
2
Selecteer de afbeelding en stel vervolgens de gewenste kenmerken in.
Zie “Een schaduw aan een object toevoegen” op pagina 187 voor informatie over het
toevoegen van een schaduw.
Zie “De mate van ondoorzichtigheid van objecten aanpassen” op pagina 189 voor
informatie over het aanpassen van de doorzichtigheid.
Zie “De randstijl wijzigen” op pagina 185 voor informatie over randen rond
geïmporteerde afbeeldingen.
Zie “Een weerspiegeling aan een object toevoegen” op pagina 188 voor informatie over
het toevoegen van weerspiegeling rond geïmporteerde afbeeldingen.
Zie “Objecten in een kader plaatsen” op pagina 186 voor informatie over het
toevoegen van fotolijsten rondom geïmporteerde afbeeldingen.
3
Stel de tekstomloop rond de afbeelding in.
Zie “Tekst om een regelgebonden of zwevend object laten lopen” op pagina 127 voor
instructies.
4
Kies 'Opmaak' > 'Geavanceerd' > 'Definieer standaardstijl voor afbeelding'.
5
Verwijder de afbeelding van de pagina.