Werken met kopteksten en voetteksten
U kunt dezelfde tekst of afbeelding op meerdere pagina's in een document
weergeven. Terugkerende informatie die boven aan de pagina wordt weergegeven,
wordt koptekst genoemd. Soortgelijke informatie onder aan de pagina wordt voettekst
genoemd.
U kunt uw eigen tekst of afbeeldingen opnemen in een kop- of voettekst en u
kunt opgemaakte tekstvelden gebruiken. Als u gebruikmaakt van opgemaakte
tekstvelden, wordt de tekst die u invoegt automatisch bijgewerkt. U kunt bijvoorbeeld
een datumveld invoegen waarin de huidige datum wordt getoond. U kunt ook
paginanummervelden invoegen om paginanummers bij te houden wanneer u
pagina's toevoegt of verwijdert.
De inhoud van een koptekst of voettekst definiëren
1
Klik op de knop 'Weergave' in de knoppenbalk en kies 'Toon lay-out'.
58
Hoofdstuk 3
Werken met documentonderdelen
Hoofdstuk 3
Werken met documentonderdelen
59
Boven en onder aan de pagina ziet u de gedeelten voor kop- en voettekst.
2
Als u tekst of afbeeldingen wilt toevoegen aan een koptekst of voettekst, plaatst u het
invoegpunt in de koptekst en voettekst en typt of plakt u tekst of afbeeldingen.
Zie de instructies in “Paginanummers en andere variabele waarden toevoegen” op
pagina 129 om paginanummers of andere variabele waarden toe te voegen.
De tekst die u hebt getypt voor de kop- of voettekst wordt op elke pagina herhaald.
Zie “De koptekst of voettekst in een sectie wijzigen” op pagina 66 voor informatie over
het wijzigen van de kop- en voettekst in verschillende secties van uw document.