Pages - Opmerkingen gebruiken

background image

Opmerkingen gebruiken

Met behulp van opmerkingen kunt u aantekeningen maken die betrekking hebben
op bepaalde gedeelten van een document, zonder het document zelf te wijzigen.
Opmerkingen zijn bijvoorbeeld handig als u een notitie voor uzelf wilt maken, als u
vragen hebt voor degenen die het document zullen doornemen of als u redactionele
suggesties hebt.

Selecteer het gedeelte van het document waarop de opmerking van toepassing is
door het invoegpunt in de tekst te plaatsen of door een tekstgedeelte of objecten te
selecteren. Het gedeelte van het document waarnaar een opmerking verwijst, wordt
het fixeerpunt van de opmerking genoemd.

Hiermee voegt u een opmerking
aan uw document toe.

Opmerkingen worden weergegeven in het
paneel 'Opmerkingen' en zijn verankerd aan
een bepaald gedeelte van het document.

Manieren om te werken met opmerkingen:
Om opmerkingen aan een document toe te voegen, selecteert u een stuk tekst of een

m

object en klikt u op 'Opmerking' in de knoppenbalk of kiest u 'Voeg in' > 'Opmerking'.
Typ uw opmerking in het vak dat verschijnt. De grootte van het opmerkingenvak
wordt automatisch aangepast aan de lengte van de opmerking.
Om een opmerking aan een tabelcel toe te voegen, selecteert u de cel en klikt u op

m

'Opmerking' in de knoppenbalk of kiest u 'Voeg in' > 'Opmerking'. Typ de gewenste
tekst in het opmerkingenvak.
Om een opmerking te wijzigen, klikt u in het opmerkingenvak en bewerkt u de

m

opmerking op dezelfde wijze als tekst en objecten in de rest van het document.

background image

U kunt de weergave van tekst in opmerkingen wijzigen door een teken- of alineastijl
toe te passen.
Om een opmerking te verwijderen, klikt u op het kruisje rechts in het opmerkingenvak.

m

Hiermee verwijdert u
de opmerking.

Om opmerkingen te tonen, klikt u op de knop 'Weergave' in de knoppenbalk en kiest

m

u vervolgens 'Toon opmerkingen'.
Als de opmerkingen niet zichtbaar zijn, verschijnen deze zodra u een nieuwe
opmerking invoegt.
Om opmerkingen te tonen wanneer u wijzigingen bijhoudt, kiest u 'Weergave' > 'Toon

m

paneel met opmerkingen en wijzigingen'.
Om opmerkingen te verbergen, klikt u op de knop 'Weergave' in de knoppenbalk en

m

kiest u vervolgens 'Verberg paneel met opmerkingen en wijzigingen'.
Om opmerkingen af te drukken, kiest u 'Archief' > 'Druk af' terwijl de opmerkingen

m

worden weergegeven. De afgedrukte pagina's worden zodanig aangepast dat er
ruimte beschikbaar komt voor de opmerkingen.
Als de opmerkingen niet zichtbaar zijn, verschijnen ze niet op de afdrukken.

84

Hoofdstuk 4

Documenten controleren en reviseren

background image

85

U kunt tekstopmaak opgeven en wijzigen, ook als de tekst in

lijsten, tekstvakken, tabelcellen en vormen is opgenomen.

Tekst

U kunt onder andere tekst toevoegen door te typen in een leeg
tekstverwerkingsdocument, plaatsaanduidingstekst te vervangen, tekstvakken en
lijsten te gebruiken of door tekst in vormen op te nemen.

Zie “

Â

Werken met plaatsaanduidingstekst” op pagina 86 en “Wat zijn

samenvoegvelden?” op pagina 274 voor informatie over het werken met
plaatsaanduidingstekst in sjablonen en samenvoegvelden.
Zie “

Â

Wat zijn stijlen?” op pagina 137 voor informatie over het toevoegen of

aanmaken van verschillende tekststijlen.
Zie “

Â

Een nieuwe sjabloonpagina toevoegen” op pagina 87 voor informatie over het

toevoegen van nieuwe sjabloonpagina's.
Zie “

Â

Pagina's verwijderen” op pagina 88 voor informatie over het verwijderen van

pagina's uit documenten.
Zie “

Â

Tekst verwijderen, kopiëren en plakken” op pagina 89 voor informatie over het

verwijderen, kopiëren en plakken van tekst.
Zie “

Â

Werken met tekstvakken, vormen en andere effecten om tekst meer in het oog

te laten springen” op pagina 115 voor informatie over het toevoegen van tekst aan
een tekstvak of vorm.
Zie “

Â

Lijsten aanmaken” op pagina 111 voor informatie over het toevoegen van tekst

die is opgemaakt als lijst.
Zie “

Â

Werken met tekst in tabelcellen” op pagina 213 voor informatie over het

toevoegen van tekst aan tabelcellen.

5