Werken met tekst
Hoofdstuk 5
Werken met tekst
87
Om tekst aan een tabel met plaatsaanduidingstekst toe te voegen, selecteert u
m
de tabel door er eenmaal op te klikken, selecteert u een cel en de bijbehorende
plaatsaanduidingstekst door er dubbel op te klikken en typt u de tekst die u wilt
toevoegen.
U kunt ook tekst toevoegen aan tabelcellen die geen plaatsaanduidingstekst bevatten.
Zie “Werken met tekst in tabelcellen” op pagina 213 voor instructies.
Om tekst toe te voegen aan een kolom, klikt u in de kolom op de
m
plaatsaanduidingstekst en begint u te typen.
Wellicht vindt u het eenvoudiger om met tekstkolommen te werken als de lay-out van
het document zichtbaar is. Om de lay-out van het document te tonen, klikt u op de
knop 'Weergave' in de knoppenbalk en kiest u 'Toon lay-out'.
Het tekstvak en de plaatsaanduidingstekst maken deel uit van het standaardontwerp
van een sjabloon. Als u het ontwerp wilt behouden, moet u niet op de Delete-toets
drukken nadat u het tekstvak of de tabel hebt geselecteerd. Als u dit wel doet, wordt
de plaatsaanduidingstekst namelijk van de pagina verwijderd. Als u per ongeluk een
tekstvak of tabel hebt verwijderd, drukt u op Command + Z (de toetscombinatie voor
het ongedaan maken van bewerkingen).