Een tekenstijl wijzigen
1
Klik op de knop voor tekenstijlen in de opmaakbalk en kies de tekenstijl die het meest
overeenkomt met de stijl die u wilt ontwerpen, of kies 'Geen'.
2
Typ tekst en pas vervolgens enkele kenmerken toe.
Selecteer een letterbeeld en -grootte. Zie “Tekst vet of cursief maken of
onderstrepen” op pagina 90 voor meer informatie.
Stel de tekstkleur in. Zie “De tekstkleur wijzigen” op pagina 103 voor informatie over
het wijzigen van de tekstkleur.
Stel de tekenafstand in. Zie “Tekstuitlijning, letter- en regelafstand en tekstkleur
instellen” op pagina 99 voor meer informatie over secties.
3
Klik in het infovenster 'Tekst' op 'Meer' als u meer kenmerken wilt selecteren.
Taal: Kies een taal voor de spellingcontrole van een alinea, een aantal woorden of
nieuwe tekst die u na het invoegpunt hebt getypt. Als uw document citaten of secties
in een andere taal bevat, kunt u voor de spellingcontrole van de tekst in deze citaten
of secties een woordenlijst in die taal kiezen. De woordenlijst voor de spellingcontrole
bepaalt hoe woorden worden gespeld en afgebroken.
Verwijder ligaturen: Een ligatuur is een stijlvolle versiering tussen letters of aan het
begin of eind van regels. Ligaturen worden door sommige lettertypen gebruikt om
twee of meer tekens te combineren tot één teken. Schakel dit aankruisvak in als u
geen ligaturen wilt gebruiken in een geselecteerde alinea waarvoor ligaturen zijn
ingeschakeld. (Als u deze functie voor het gehele document wilt inschakelen, schakelt
u het aankruisvak 'Ligaturen' in het infovenster 'Document' in. Als tekst is geselecteerd
wanneer u ligaturen verwijdert, worden de ligaturen voor de geselecteerde tekst
verwijderd als stijlopheffingen, tenzij u stap 4 hieronder uitvoert.)
Verschuiving basislijn: Als het getal negatief is, wordt de tekst lager gepositioneerd
dan de omringende tekst. Als het getal positief is, wordt de tekst hoger gepositioneerd
dan de omringende tekst. Geef een getal op in dit veld. (Als tekst is geselecteerd
wanneer u de verschuiving van de basislijn instelt, wordt deze verschuiving als
stijlopheffing toegepast op de geselecteerde tekst, tenzij u stap 4 hieronder uitvoert.)
4
Klik in de lijst met stijlen op de pijl rechts van de naam van de tekenstijl en kies een
optie:
142
Hoofdstuk 6
Werken met stijlen
Hoofdstuk 6
Werken met stijlen
143
Herdefinieer stijl volgens selectie: Hiermee herdefinieert u de bestaande tekenstijl
voor het hele document. Als u deze optie kiest, worden uw opmaakwijzigingen
toegepast op alle andere voorbeelden van deze stijl in het gehele document.
Nieuwe tekenstijl volgens selectie: Hiermee wordt de bestaande stijl niet gewijzigd,
maar wordt een nieuwe stijl aangemaakt op basis van de opmaakopties die u in
de vorige stappen hebt gekozen. Als u deze optie selecteert, kunt u kiezen welke
kenmerken u wilt opnemen in de nieuwe tekenstijl. Klik op het driehoekje onder het
veld 'Naam' in het venster en selecteer vervolgens de gewenste kenmerken. Geef een
naam voor de nieuwe stijl op en klik op 'OK'.
Hiermee geeft u de
tekenkenmerken weer.
Als u hierop klikt, kunt u
alleen de kenmerken
selecteren die als opheffing
voor de geselecteerde
alineastijl fungeren.
Hier selecteert u de
kenmerken die u wilt
opnemen in de
nieuwe tekenstijl.
Een alineastijl wijzigen
U kunt de weergavekenmerken van een alinea, zoals tabstops, marges,
achtergrondkleur en pagina-einden, wijzigen door de bestaande alineastijl aan te
passen.