Objecten selecteren
Voordat u objecten kunt verplaatsen, wijzigen of op een andere manier kunt
bewerken, moet u deze selecteren. Een geselecteerd object is voorzien van grepen
waarmee u het object kunt verplaatsen of bewerken.
Manieren om objecten te selecteren of om de selectie ervan op te heffen:
Om één object te selecteren, klikt u op een willekeurige plaats in het object (om een
m
object zonder vulling te selecteren, klikt u op de rand).
174
Hoofdstuk 7
Werken met afbeeldingen, vormen en andere objecten
Hoofdstuk 7
Werken met afbeeldingen, vormen en andere objecten
175
Om tegelijkertijd meerdere objecten in een pagina te selecteren, houdt u de Shift-
m
toets ingedrukt terwijl u op de desbetreffende objecten klikt. Bij het gelijktijdig
selecteren van meerdere objecten kunt u alleen dezelfde typen objecten (zwevend of
regelgebonden) selecteren.
Om alle zwevende objecten in een document te selecteren, houdt u de Command-
m
toets ingedrukt en klikt u vervolgens ergens buiten de tekstgebieden, zodat het
invoegpunt niet zichtbaar is. Vervolgens drukt u op Command + A.
Om alle regelgebonden tekst en objecten in een document te selecteren, plaatst u het
m
invoegpunt in het tekstgebied en drukt u op Command + A.
Om een object te selecteren dat deel uitmaakt van een groep, moet u eerst de
m
groepering van de objecten opheffen. Hiervoor selecteert u de groep en kiest u
'Orden' > 'Hef groep op'.
Om de selectie van objecten in een groep van geselecteerde objecten op te heffen,
m
houdt u de Command-toets ingedrukt en klikt u vervolgens op de objecten waarvan u
de selectie wilt opheffen.
Om een basisobject te selecteren, kiest u eerst 'Opmaak' > 'Geavanceerd' > 'Maak
m
objecten basispagina selecteerbaar'.
Om een zwevend object te selecteren dat zich achter tekst bevindt, plaatst u de
m
aanwijzer buiten het tekstgebied, houdt u de Command-toets ingedrukt en sleept u
vervolgens over de pagina totdat de selectiegrepen van het object verschijnen.