Werken met afbeeldingen, vormen en andere objecten
153
Regelgebonden objecten worden ingebed in de doorlopende tekst. Naarmate de tekst 
boven deze objecten langer wordt, worden ze automatisch verplaatst. Daarom zijn 
de selectiegrepen aan de bovenkant en linkerkant van regelgebonden objecten niet 
selecteerbaar. U kunt de grootte van het object niet wijzigen door te slepen. U kunt de 
grootte alleen aanpassen door de actieve selectiegrepen te slepen.
Actieve selectiegreep
Inactieve selectiegreep
Als u een afbeelding of vorm in een andere vorm, een tekstvak of een tabelcel plaatst, 
kan dit object alleen als regelgebonden object worden opgenomen. Het formaat van 
regelgebonden afbeeldingen wordt automatisch aangepast aan de lay-outmarges 
van het document. Als u een regelgebonden object binnen de tekst wilt verplaatsen, 
selecteert u het object en sleept u het totdat het invoegpunt zich bevindt op de 
positie waar u het object wilt plaatsen.
U kunt heel eenvoudig een zwevend object omzetten in een regelgebonden object en 
omgekeerd.
Manieren om zwevende en regelgebonden objecten om te zetten:
Selecteer het zwevende of regelgebonden object dat u wilt omzetten en klik 
m
vervolgens op de knop 'Zwevend' of 'Regelgebonden' in de opmaakbalk.
Selecteer het zwevende of regelgebonden object dat u wilt omzetten en klik op de 
m
knop 'Info' in de knoppenbalk. Klik vervolgens op de knop 'Omloopinfo' en selecteer 
de optie 'Regelgebonden (verschuift met tekst)' of 'Zwevend (verschuift niet met 
tekst)'.
Werken met afbeeldingen
Als u wilt dat een afbeelding op een vaste plaats op een pagina blijft staan, importeert 
u de afbeelding als een zwevend object. Als u met een tekstverwerkingsdocument 
werkt, kunt u een afbeelding als regelgebonden object importeren, zodat het object 
meeschuift met de omringende tekst. 
U kunt in Pages werken met alle door QuickTime ondersteunde structuren, zoals de 
volgende grafische bestandstypen:
TIFF
Â
GIF
Â
JPEG
Â
Â
PSD
Â
EPS
Â
PICT
Â
Een afbeelding importeren als een zwevend object
Sleep een afbeeldingsbestand vanuit de Finder naar het document en plaats het op de 
m
gewenste positie.
Klik op de knop 'Media' in de knoppenbalk, klik op de knop 'Foto's' in het venster 
m
'Media', selecteer het album dat de gewenste foto bevat en sleep vervolgens de 
miniatuur om de foto op de gewenste positie in het document te plaatsen.
Vervolgens kiest u een bron.
Eerst klikt u op een van deze knoppen 
om naar uw mediabestanden te gaan.
Ten slotte sleept u een onderdeel naar het 
document of naar een afbeeldingenvak in 
een van de infovensters.
U kunt zoeken naar een bestand 
door in dit veld de naam te typen.
Klik, terwijl u de Command-toets ingedrukt houdt, buiten de tekstgebieden van
m
het document zodat het invoegpunt niet zichtbaar is. Kies vervolgens 'Voeg in' > 
'Kies'. Selecteer het bestand en klik op 'Voeg in'. Sleep de afbeelding om deze op de 
gewenste positie te plaatsen.
Een afbeelding importeren als regelgebonden object in een 
tekstverwerkingsdocument
Houd de Command-toets ingedrukt en sleep een afbeeldingsbestand van de Finder 
m
naar het documentvenster totdat het invoegpunt zich bevindt op de positie waar u de 
afbeelding wilt plaatsen. Laat de afbeelding los op de gewenste positie los.
Klik op de knop 'Media' in de knoppenbalk, klik op de knop 'Foto's' in het venster 
m
'Media', selecteer het album dat de gewenste foto bevat, druk op de Command-toets 
en sleep vervolgens de miniatuur naar het documentvenster, waarbij u de afbeelding 
loslaat op het moment dat het invoegpunt zich bevindt op de positie waar u de 
afbeelding wilt plaatsen.
154
Hoofdstuk 7
Werken met afbeeldingen, vormen en andere objecten
Hoofdstuk 7
Werken met afbeeldingen, vormen en andere objecten
155
Plaats het invoegpunt op de positie waar u de afbeelding wilt plaatsen, kies 'Voeg in' >
m
'Kies', selecteer het afbeeldingsbestand en klik vervolgens op 'Voeg in'.
Nadat u de afbeelding hebt geïmporteerd, kunt u deze naar elke gewenste positie in 
de pagina slepen. Met de hulpmiddelen in Pages kunt u een afbeelding bijsnijden, de 
helderheid, het contrast en andere beeldinstellingen wijzigen, of de achtergrond van 
de afbeelding wissen.
Informatie over
Zie
Plaatsaanduidingen voor afbeeldingen en andere 
media vervangen door uw eigen objecten
“Sjabloonafbeeldingen vervangen door uw eigen 
afbeeldingen” op pagina 155
Afbeeldingen bijsnijden om ongewenste delen te 
verwijderen
“Afbeeldingen bijsnijden” op pagina 156
Uw document kleiner maken door alleen de 
gebruikte delen van bijgesneden afbeeldingen te 
bewaren
“Afbeeldingsbestanden kleiner maken” op 
pagina 158
Delen van een afbeelding transparant maken om 
de achtergrond van de afbeelding te verwijderen
“De achtergrond of ongewenste elementen in 
een afbeelding verwijderen” op pagina 159
De kwaliteit van afbeeldingen verbeteren en 
interessante visuele effecten creëren
“De helderheid, het contrast en andere 
instellingen van een afbeelding wijzigen” op 
pagina 160
Afbeeldingen plaatsen, uitlijnen, vergroten, 
verkleinen en opnieuw opmaken
“Objecten bewerken en ordenen en het uiterlijk 
van objecten wijzigen” op pagina 174