Rijen aan een tabel toevoegen
U kunt rijen in een tabel of aan het einde van een tabel invoegen.
In tabellen met een voettekstrij worden de rijen die u onderaan toevoegt boven de
voettekstrij geplaatst.
Als alle tabelcellen in een kolom boven de nieuwe rij dezelfde formule bevatten, wordt
deze formule overgenomen in de nieuwe rij.
Manieren om rijen toe te voegen:
Om één rij toe te voegen, selecteert u een cel en kiest u 'Opmaak' > 'Tabel' > 'Voeg rij
m
boven toe' of 'Voeg rij onder toe'.
U kunt deze commando's ook kiezen uit het venstermenu 'Wijzig rijen en kolommen'
in het infovenster 'Tabel'.
Om meerdere rijen toe te voegen, selecteert u het aantal rijen dat u wilt toevoegen
m
(selecteer drie rijen als u drie rijen wilt toevoegen). Om rijen toe te voegen na een
bepaalde rij, zorgt u dat de onderste geselecteerde rij de rij is waarachter de nieuwe
rijen moeten komen. Om vóór een bepaalde rij de rijen toe te voegen, zorgt u dat
de bovenste geselecteerde rij de rij is waarvoor de nieuwe rijen moeten komen.
Vervolgens kiest u een van de hierboven beschreven commando's.
Om onder aan de tabel een rij toe te voegen, selecteert u de laatste cel en drukt u op
m
de Return-toets. Druk tweemaal op de Return-toets als u de celwaarde zojuist hebt
toegevoegd of gewijzigd en u de cel nog steeds aan het bewerken bent.
Als het aankruisvak 'Naar volgende cel met Return-toets' niet is ingeschakeld in het
gedeelte 'Tabelopties' van het infovenster 'Tabel', drukt u op de Tab-toets als u zich in
de laatste cel van de rij bevindt.
Om onder aan de tabel een of meer rijen toe te voegen, wijzigt u het aantal rijen in
m
het veld 'Rijen' in het paneel 'Tabel' van het infovenster 'Tabel'.
U kunt ook de opmaakbalk gebruiken om een of meer kolommen aan de rechterkant
van de tabel toe te voegen.
U kunt cellen in twee gelijke rijen splitsen. In “
m
Tabelcellen splitsen” op pagina 222
wordt beschreven hoe u dit doet.