Pages - Werken met hulpmiddelen voor tabellen

background image

Werken met hulpmiddelen voor tabellen

Pages bevat diverse hulpmiddelen voor het opmaken van tabellen en kolommen, rijen,
cellen en celwaarden.

Manieren om de tabelkenmerken te wijzigen:
Selecteer een tabel en gebruik de opmaakbalk om de tabel snel op te maken. In “

m

Een

tabel selecteren” op pagina 202 wordt beschreven hoe u een tabel selecteert.

Hiermee positioneert u

de tekst in tabelcellen.

Hiermee selecteert u
alinea- en tekenstijlen.

Hiermee stelt u het aantal

rijen en kolommen in.

Hiermee voegt u een

achtergrondkleur aan

een cel toe.

Hiermee opent u
de lijst met stijlen.

Hiermee maakt u de
tekst in tabelcellen op.

196

Hoofdstuk 8

Werken met tabellen

background image

Hoofdstuk 8

Werken met tabellen

197

In het infovenster 'Tabel' vindt u tabelspecifieke opties waarmee u onder andere de

m

breedte van kolommen en de hoogte van rijen nauwkeurig kunt instellen, kop- en
voetteksten kunt toevoegen en randen kunt opmaken. Om het infovenster 'Tabel' te
openen, klikt u op de knop 'Info' in de knoppenbalk en klikt u vervolgens op de knop
'Tabelinfo'.

Hiermee past u de

grootte van rijen en

kolommen aan.

Hier stelt u de stijl, dikte en
kleur van celranden in.

Hier voegt u een kleur
of een afbeelding aan
een cel toe.

Hiermee wijzigt u het gebruik
van de Return-toets.

Hier stelt u de weergave

in van cellen met

koptekst in tabellen die

doorlopen over

meerdere pagina's.

Klik hier om het venstermenu
'Wijzig rijen en kolommen' te
openen.

Hiermee stelt u
het aantal rijen
en kolommen in.

Hiermee voegt u een rij met
koptekst, een kolom met koptekst
of een rij met voettekst toe.

In het paneel 'Opmaak' van het infovenster 'Tabel' kunt u de notatie van celwaarden

m

in tabellen instellen. U kunt bijvoorbeeld een valutateken weergeven in cellen die
valutawaarden bevatten.

background image

U kunt ook een voorwaardelijke opmaak instellen. Cellen waarvan de waarde een
bepaalde drempelwaarde overschrijdt, kunnen bijvoorbeeld met een kleur worden
gemarkeerd.

De punt wordt gebruikt

als scheidingsteken

voor duizendtallen.

Wanneer de cellen

getallen bevatten,

wordt vóór de getallen

een euroteken (€)

weergegeven.

Getallen worden weergegeven
met twee cijfers achter de
komma.

Hiermee stelt u omloop in
geselecteerde cellen in.

In het infovenster 'Afbeelding' kunt u visuele effecten, zoals een schaduw, toevoegen.

m

Om het infovenster 'Afbeelding' te openen, klikt u op de knop 'Info' in de knoppenbalk
en klikt u vervolgens op de knop 'Afbeeldingsinfo'.
Om een contextueel menu te openen, selecteert u een tabel of een of meerdere cellen

m

en klikt u vervolgens opnieuw terwijl u de Control-toets ingedrukt houdt.
U kunt ook het venstermenu 'Wijzig rijen en kolommen' in het infovenster 'Tabel'
gebruiken.

Met de formule-editor kunt u formules toevoegen en bewerken en met de

m

functiekiezer kunt u functies toevoegen en bewerken. Kies 'Help' > 'iWork-formules
en -functies Help' of 'Help' > 'iWork-gebruikershandleiding voor formules en functies'
voor meer informatie over dit onderwerp.

198

Hoofdstuk 8

Werken met tabellen

background image

Hoofdstuk 8

Werken met tabellen

199