Een aangepaste getalnotatie definiëren
Uw eigen weergavenotatie voor getallen in tabelcellen definiëren
1
Selecteer een of meer cellen.
2
Kies 'Aangepast' uit het venstermenu 'Celnotatie' in het paneel 'Opmaak' van het
infovenster 'Tabel'.
Notatieveld
Sleep de elementen
naar het notatieveld.
3
Kies 'Getal en tekst' uit het venstermenu 'Soort'.
4
Definieer uw getalnotatie door de (blauwe) elementen vanuit het vak 'Getal- en
tekstelementen' naar het notatieveld boven het vak te slepen.
Nadat u een element naar het notatieveld hebt gesleept, klikt u op het driehoekje en
kiest u een notatie-optie uit het venstermenu.
Klik op een driehoekje om
een notatie-optie te kiezen.
Gehele getallen: Hiermee bepaalt u hoe getallen links van het decimaalteken worden
weergegeven. Zie “Het Gehele getallen-element van een aangepaste getalnotatie
definiëren” op pagina 233 voor meer informatie.
Valuta: Hiermee voegt u een valutateken toe. Om op te geven welk symbool u wilt
gebruiken, klikt u op het driehoekje in het Valuta-element en kiest u het gewenste
symbool.
Decimalen: Hiermee bepaalt u hoe decimale getallen worden weergegeven. Zie “Het
Decimalen-element van een aangepaste getalnotatie definiëren” op pagina 234 voor
meer informatie.
Spaties: Hiermee bepaalt u hoeveel ruimte er tussen de elementen wordt
weergegeven. Klik op het driehoekje in het Spaties-element en kies een optie. Met
'Normaal' voegt u een standaardspatie toe, met 'Breed' voegt u een em-spatie toe en
met 'Smal' voegt u een zesde van een em-spatie toe. U kunt met deze opties meer dan
één Spaties-element aan het notatieveld toevoegen, maar slechts één van de Spaties-
elementen kan flexibel zijn. Dat wil zeggen dat elementen links van dit element links
worden uitgelijnd en elementen rechts van dit element rechts worden uitgelijnd.
Schaal: Hiermee stelt u de weergavegrootte van een getal in. U kunt bijvoorbeeld
waarden die groter zijn dan 100 weergeven als aantal honderdtallen (1000 wordt
weergegeven als 10). Zie “De schaal van een aangepaste getalnotatie definiëren” op
pagina 236 voor meer informatie.
232
Hoofdstuk 9
Werken met tabelcellen
Hoofdstuk 9
Werken met tabelcellen
233
5
Om vooraf opgestelde tekst voor of na een element weer te geven, plaatst u het
invoegpunt in het notatieveld en typt u de tekst. U kunt op elk gewenst element
klikken en het invoegpunt verplaatsen met de Pijl-links- en Pijl-rechts-toets.
6
Om een element uit het notatieveld te verwijderen, selecteert u het en drukt u op de
Delete-toets.
Om het element te verplaatsen, versleept u het naar een andere positie.
7
Typ een naam voor uw getalnotatie in het veld 'Naam'.
De namen van aangepaste notaties worden weergegeven in het venstermenu
'Celnotatie' in het paneel 'Opmaak' van het infovenster 'Tabel'.
8
Klik op 'OK' om uw getalnotatie op te slaan en op de geselecteerde cellen toe te
passen.
Hieronder ziet u een voorbeeld van een getalnotatie:
Het streepje is een Spaties-element dat zorgt dat er een normale spatie wordt
Â
weergegeven tussen het valutasymbool en het getal.
Het eurosymbool is een Valuta-element.
Â
#.### is een Gehele getallen-element dat getallen groter dan 999 weergeeft met
Â
een scheidingsteken voor duizendtallen.
,## is een Decimalen-element.
Â
Als u dit getal in een cel met bovenstaande
notatie typt
Wordt het getal zo weergegeven
10000000
Saldo: € 10.000,000
0,95
Saldo: € 0,95
,666
Saldo: € 0,67