Inhoudsopgave
4
Inhoudsopgave
42
Automatisch een reservekopie van een document bewaren
43
Zoeken naar een gearchiveerde versie van een document
45
Een document bewaren in de overzichtsmodus
45
Een document vergrendelen zodat deze niet kan worden gewijzigd
46
Een document sluiten zonder Pages te stoppen
46
Documentgegevens weergeven
47
Hoofdstuk 3: Werken met documentonderdelen
48 Documentinstellingen beheren
49 De afdrukrichting en het formaat van pagina's selecteren
49 Documentmarges instellen
50 Werken met pagina- en regeleinden
51
Een pagina-einde invoegen
51
Een alinea op een nieuwe pagina laten beginnen
51
Alinea's bij elkaar houden op een pagina
52
Een gehele alinea op dezelfde pagina houden
52
Handmatig een regeleinde invoegen
52
Weduwen en wezen vermijden
52 Werken met lay-outs
53
Kolommen instellen
54
Een kolomeinde invoegen
55
Een lay-outeinde invoegen
56
Een lay-outmarge instellen
56 Werken met tegenover elkaar liggende linker- en rechterpagina's
57
Marges voor tegenover elkaar liggende pagina's instellen
57
Kopteksten en voetteksten voor tegenover elkaar liggende pagina's instellen
58
Tegenover elkaar liggende pagina's bekijken
58 Werken met kopteksten en voetteksten
59 Voetnoten en eindnoten toevoegen en bewerken
59
Een voetnoot toevoegen
60
Een eindnoot aan het einde van een document toevoegen
60
Een eindnoot aan het einde van een sectie toevoegen
61
Een voetnoot of eindnoot verwijderen
61
Een voetnoot omzetten in een eindnoot en vice versa
61
Een voetnoot of eindnoot opmaken
62
Schakelen tussen nootmarkeringen en de bijbehorende voet- of eindnoten
62 Voetnoten en eindnoten nummeren
62
Een markering voor het nummeren van voetnoten en eindnoten instellen
63
Een markering voor het nummeren van voetnoten en eindnoten wijzigen
63
De nummering van voetnoten en sectie-eindnoten opnieuw laten beginnen
64 Een sectie aanmaken
65
De miniatuurweergave
65
Een sectie toevoegen of verwijderen
Inhoudsopgave
5
66
Secties anders indelen
66
De koptekst of voettekst in een sectie wijzigen
67
De paginanummering in een sectie opnieuw laten beginnen
67
Een unieke opmaak voor de eerste pagina van een sectie instellen
67
Tegenover elkaar liggende pagina's in een sectie opmaken
68
Een sectie opnieuw gebruiken
68 Werken met basisobjecten (terugkerende achtergrondafbeeldingen)
69 Een inhoudsopgave genereren
70
Een inhoudsopgave aanmaken en bijwerken
71
Een inhoudsopgave opmaken
72 Verwijzingen en bibliografieën toevoegen met een eindnoot
75
Hoofdstuk 4: Documenten controleren en reviseren
76 Wijzigingen bijhouden in uw document
77
Een overzicht van de functionaliteit voor het bijhouden van wijzigingen in een
document
79
Bijgehouden wijzigingen beheren
79
Bijgehouden wijzigingen weergeven
80
Wijzigingen in tabelcellen bijhouden
81
Wijzigingen accepteren en verwerpen
82
Een document bewaren terwijl de functie voor het bijhouden van wijzigingen is
uitgeschakeld
83 Opmerkingen gebruiken
85
Hoofdstuk 5: Werken met tekst
85 Tekst
86
Werken met plaatsaanduidingstekst
87
Een nieuwe sjabloonpagina toevoegen
88
Pagina's verwijderen
89 Tekst selecteren
89 Tekst verwijderen, kopiëren en plakken
90 De grootte en vormgeving van tekst bepalen
90
Tekst vet of cursief maken of onderstrepen
92
Schaduw en doorhaaltekens aan tekst toevoegen
92
Een contour op tekst toepassen
93
Tekstgrootte wijzigen
93
Tekst in subscript of superscript weergeven
93
Tekst in hoofdletters of kleine letters weergeven
94
Lettertypen wijzigen
95
Het anti-aliasingniveau aanpassen
95
Accenttekens toevoegen
96
De toetsenbordindeling voor andere talen bekijken
97
Speciale tekens en symbolen typen
6
Inhoudsopgave
98
Kromme aanhalingstekens gebruiken
98
Werken met geavanceerde typografische functies
99 Tekstuitlijning, letter- en regelafstand en tekstkleur instellen
99
Tekst horizontaal uitlijnen
100
Tekst verticaal uitlijnen
101
De afstand tussen tekstregels aanpassen
102
De ruimte voor of na een alinea instellen
102
De afstand tussen tekens aanpassen
103
De tekstkleur wijzigen
103 Tabstops instellen om tekst uit te lijnen
104
Een nieuwe tabstop instellen
105
Een tabstop wijzigen
106
Een tabstop verwijderen
106
De standaardafstand tussen tabstops instellen
107
Liniaalinstellingen wijzigen
107 Tekst laten inspringen
108
Het inspringniveau voor alinea's instellen
109
De marge van tekst in objecten wijzigen
109 Een overzicht aanmaken
111 Lijsten aanmaken
113
Lijsten met opsommingstekens opmaken
114
Genummerde lijsten opmaken
114
Geordende lijsten opmaken
115 Werken met tekstvakken, vormen en andere effecten om tekst meer in het oog te laten
springen
116
Een zwevend tekstvak toevoegen
117
Een regelgebonden tekstvak toevoegen
118
Zwevende tekstvakken aan elkaar koppelen
119
Een kleur voor tekst en alineavulling instellen
120
Randen en lijnen toevoegen
121
Tekst in kolommen weergeven
122
Tekst in een vorm opnemen
122 Werken met koppelingen en bladwijzers
123
Een koppeling naar een webpagina toevoegen
124
Een koppeling naar een vooraf geadresseerd e-mailbericht toevoegen
125
Een koppeling naar andere pagina's in een document toevoegen
126
Een koppeling naar een ander Pages-document invoegen
126
De tekst van een koppeling bewerken
127 Tekst om een regelgebonden of zwevend object laten lopen
128 Tekstomloop om een regelgebonden of zwevend object wijzigen
129 Paginanummers en andere variabele waarden toevoegen
130 Woorden automatisch afbreken
130 Tekst automatisch vervangen
Inhoudsopgave
7
131 Een vaste spatie invoegen
131 Spelling controleren
132 Werken met spellingsuggesties
133 Documenten proeflezen
134 Tekst zoeken en vervangen
135 In het hele document zoeken naar een woord of woordgroep
137
Hoofdstuk 6: Werken met stijlen
137 Wat zijn stijlen?
139 Stijlen toepassen
140 Nieuwe stijlen aanmaken
141 Stijlen hernoemen
141 Stijlen verwijderen
142 Een tekenstijl wijzigen
143 Een alineastijl wijzigen
145 De nummeringsstijl voor geordende lijsten wijzigen
146 De stijl voor een lijst met opsommingstekens of een genummerde lijst wijzigen
149 Stijlen zoeken en vervangen
150 Stijlen uit een ander document importeren
152
Hoofdstuk 7: Werken met afbeeldingen, vormen en andere objecten
152 Wat zijn zwevende en regelgebonden objecten?
153 Werken met afbeeldingen
155
Sjabloonafbeeldingen vervangen door uw eigen afbeeldingen
156
Afbeeldingen bijsnijden
158
Afbeeldingsbestanden kleiner maken
159
De achtergrond of ongewenste elementen in een afbeelding verwijderen
160
De helderheid, het contrast en andere instellingen van een afbeelding wijzigen
161 Vormen aanmaken
162
Een kant-en-klare vorm toevoegen
162
Een aangepaste vorm toevoegen
164
Vormen bewerken
165
Bewerkingspunten voor een vorm toevoegen, verwijderen en verplaatsen
165
De vorm van een gebogen lijn wijzigen
166
De vorm van een recht segment wijzigen
166
Een hoekpunt omzetten in een gebogen punt en omgekeerd
167
Een afgeronde rechthoek bewerken
167
Een enkele en dubbele pijl bewerken
168
Een tekstballon of bijschrift bewerken
168
Een ster bewerken
169
Een veelhoek bewerken
169 Geluid en films gebruiken
170
Een audiobestand toevoegen
8
Inhoudsopgave
171
Een filmbestand toevoegen
172
Een fotolijst om een film plaatsen
172
Opties voor het afspelen van media aanpassen
173
Mediabestanden kleiner maken
174 Objecten bewerken en ordenen en het uiterlijk van objecten wijzigen
174
Objecten selecteren
175
Objecten kopiëren of dupliceren
176
Objecten verwijderen
176
Objecten plaatsen en verplaatsen
177
Een object naar voren of naar achteren verplaatsen (objecten in lagen plaatsen)
178
Een object naar de achtergrond verplaatsen
178
Objecten snel met elkaar uitlijnen
179
Hulplijnen gebruiken
180
Nieuwe hulplijnen aanmaken
180
Zwevende objecten plaatsen door x- en y-coördinaten op te geven
181
Zwevende objecten groeperen en de groepering van zwevende objecten
opheffen
182
Zwevende objecten via een aanpasbare lijn met elkaar verbinden
182
Zwevende objecten vergrendelen en ontgrendelen
183
Objecten wijzigen
183
Het formaat van objecten wijzigen
184
Objecten spiegelen en roteren
185
De randstijl wijzigen
186
Objecten in een kader plaatsen
187
Een schaduw aan een object toevoegen
188
Een weerspiegeling aan een object toevoegen
189
De mate van ondoorzichtigheid van objecten aanpassen
190
Een kleur of afbeelding als vulling voor een object gebruiken
190
Een effen kleur als vulling voor een object gebruiken
191
Een verlooptint als vulling voor een object gebruiken
192
Een object met een afbeelding vullen
194 Wiskundige uitdrukkingen en vergelijkingen toevoegen met MathType
195
Hoofdstuk 8: Werken met tabellen
195 Werken met tabellen
196
Een tabel toevoegen
196
Werken met hulpmiddelen voor tabellen
199
Het formaat van een tabel aanpassen
199
Een tabel verplaatsen
200
Een tabel verfraaien
200
Tekst in een tabel omzetten
201
Een tabel naar een ander iWork-programma kopiëren
201 Tabellen en tabelonderdelen selecteren
Inhoudsopgave
9
202
Een tabel selecteren
202
Een tabelcel selecteren
203
Een groep tabelcellen selecteren
204
Een rij of kolom in een tabel selecteren
204
Een rand van een tabelcel selecteren
205 Werken met rijen en kolommen in een tabel
205
Rijen aan een tabel toevoegen
206
Kolommen aan een tabel toevoegen
207
Een rij of kolom verwijderen
207
Koptekstrijen of koptekstkolommen aan een tabel toevoegen
209
Voettekstrijen aan een tabel toevoegen
209
De grootte van een rij of kolom wijzigen
210
Wisselende tabelrijkleuren
210
Rijen in een tabel sorteren
212
Hoofdstuk 9: Werken met tabelcellen
212 Inhoud aan tabelcellen toevoegen
212
Tabelcelwaarden toevoegen en bewerken
213
Werken met tekst in tabelcellen
214
Werken met getallen in tabelcellen
215
Een tabelcel automatisch vullen
216 Inhoud weergeven die niet in de tabelcel past
217 Werken met voorwaardelijke opmaak om waarden in tabelcellen te controleren
218
Regels voor voorwaardelijke opmaak definiëren
220
Voorwaardelijke opmaak wijzigen en beheren
220 Afbeeldingen of kleuren aan tabelcellen toevoegen
221 Tabelcellen samenvoegen
222 Tabelcellen splitsen
222 De rand van tabelcellen opmaken
223 Cellen kopiëren en verplaatsen
223 Opmerkingen aan tabelcellen toevoegen
224 Instellen hoe waarden in tabelcellen worden weergegeven
225
Werken met de automatische notatie in tabelcellen
226
Werken met getalnotaties in tabelcellen
227
Werken met valutanotaties in tabelcellen
227
Werken met procentnotaties in tabelcellen
228
Werken met datum- en tijdnotaties in tabelcellen
228
Werken met duurnotaties in tabelcellen
229
Werken met breuknotaties in tabelcellen
229
Werken met talstelselnotaties in tabelcellen
230
Werken met wetenschappelijke notaties in tabelcellen
230
Werken met tekstnotaties in tabelcellen
230
Werken met eigen notaties voor de weergave van waarden in tabelcellen
10
Inhoudsopgave
231
Een aangepaste getalnotatie definiëren
233
Het Gehele getallen-element van een aangepaste getalnotatie definiëren
234
Het Decimalen-element van een aangepaste getalnotatie definiëren
236
De schaal van een aangepaste getalnotatie definiëren
238
Voorwaarden aan een aangepaste getalnotatie koppelen
240
Een aangepaste datum- en tijdnotatie definiëren
242
Een aangepaste tekstnotatie definiëren
243
Een aangepaste celnotatie wijzigen
244
Aangepaste celnotaties verwijderen of de volgorde of naam ervan wijzigen
245
Hoofdstuk 10: Diagrammen aanmaken op basis van gegevens
245 Informatie over diagrammen
249 Een nieuw diagram toevoegen en gegevens invoeren
251
Een diagram omzetten in een ander type diagram
252
Gegevens in een bestaand diagram bewerken
252
Een diagram bijwerken dat is gekopieerd uit een Numbers-document
253 Diagrammen opmaken
254
De plaats van de diagramtitel en legenda bepalen en deze onderdelen opmaken
254
De tekst van diagramtitels, labels en legenda's opmaken
255
Het formaat van een diagram wijzigen of een diagram roteren
256
De assen van een diagram opmaken
259
De elementen van een gegevensreeks van een diagram opmaken
261
Foutstaven in diagrammen tonen
262
Trendlijnen in diagrammen tonen
263 Specifieke diagramtypen opmaken
264
De weergave van cirkeldiagrammen aanpassen
264
De kleuren en texturen van een cirkeldiagram wijzigen
265
Labels in een cirkeldiagram tonen
267
Afzonderlijke cirkelsegmenten van een diagram scheiden
267
Een schaduw aan cirkeldiagrammen en -segmenten toevoegen
268
Een 2D-cirkeldiagram roteren
268
Schaduw, de afstand tussen onderdelen en reeksnamen instellen voor staaf- en
kolomdiagrammen
269
Gegevenspuntsymbolen en lijnen in lijndiagrammen aanpassen
270
Gegevenspuntsymbolen in vlakdiagrammen tonen
270
Werken met spreidingsdiagrammen
271
Diagrammen met twee assen en gemengde diagrammen wijzigen
273
Scène-instellingen van 3D-diagrammen wijzigen
274
Hoofdstuk 11: Verschillende versies van documenten aanmaken met
Adresboek- en Numbers-gegevens
274 Wat zijn samenvoegvelden?
275
Gegevens samenvoegen vanuit Adresboek of een Numbers-document
Inhoudsopgave
11
277
Gegevens van contactpersonen gebruiken die niet in Adresboek of een vCard zijn
opgenomen
277 Uw eigen samenvoegvelden aanmaken
279 De namen van samenvoegvelden
282
Hoofdstuk 12: Documenten afdrukken, uitwisselen en exporteren
naar andere structuren
282 Documenten afdrukken
282
Het papierformaat en de afdrukrichting instellen
283
Een voorvertoning van een document bekijken voordat u het afdrukt
284
Uw document geheel of gedeeltelijk afdrukken
285
Opmerkingen afdrukken
285 Pages-documenten naar andere bestandsstructuren exporteren
287
Een ePub-document aanmaken om te kunnen lezen in iBooks
290
Een document bewaren als iWork '08- of Microsoft Word-document
290 Uw Pages-document naar iWork.com Public Beta versturen
294 Uw Pages-document per e-mail verzenden
294 Pages-documenten naar iWeb versturen
296
Hoofdstuk 13: Uw eigen documentsjablonen ontwerpen
296 Een sjabloon ontwerpen
297 Een document instellen voor gebruik als een aangepaste sjabloon
298 Standaardkenmerken definiëren in een aangepaste sjabloon
299
Standaardkenmerken voor tekstvakken en vormen instellen
300
Standaardkenmerken voor tabellen instellen
300
Standaardkenmerken voor diagrammen instellen
301
Standaardkenmerken voor geïmporteerde afbeeldingen instellen
302 Plaatsaanduidingen aanmaken in aangepaste sjablonen
303 Secties toevoegen aan een aangepaste sjabloon
304 Een aangepaste sjabloon bewaren
13
Wat u ook schrijft, in Pages '09 kunt u op een intuïtieve
manier prachtige, mediarijke documenten aanmaken met
behulp van indrukwekkende functies.
Om met Pages aan de slag te gaan, opent u het programma en kiest u een van de
vooraf gedefinieerde sjablonen. Typ over de plaatsaanduidingstekst heen, sleep uw
eigen afbeeldingen over plaatsaanduidingen voor afbeeldingen en voordat u er erg
in hebt, hebt u een professioneel ogend document in de vorm van een brief, rapport,
brochure of folder.
Deze gebruikershandleiding bevat gedetailleerde instructies voor het uitvoeren
van bepaalde taken in Pages. Naast deze gebruikershandleiding zijn er ook andere
bronnen van informatie beschikbaar.
Vo
or
w
oor
d